Update 8: Bhaktapur, crematies en naar huis - Reisverslag uit Bhaktapur, Nepal van Jirry Pons - WaarBenJij.nu Update 8: Bhaktapur, crematies en naar huis - Reisverslag uit Bhaktapur, Nepal van Jirry Pons - WaarBenJij.nu

Update 8: Bhaktapur, crematies en naar huis

Door: Jirry

Blijf op de hoogte en volg Jirry

04 Augustus 2018 | Nepal, Bhaktapur

We vertrokken op dag dertien richting Kathmandu, de hoofdstad van Nepal waar onze reis twee weken geleden begonnen was. De weg en buschauffeur waren een stuk rustiger dan voorheen en de rotsblokken op de weg, de verlaten, kapotte toeristenbussen langs de kant en de vrachtwagen die op z'n kop lag leken ondertussen de normaalste zaak van de wereld. We kwamen al in de vroege middag aan in het stoffige en drukke Kathmandu, dus we konden eerst even bijkomen voor het souvenirs jagen. Het avondeten hadden bij de Chinees van onze allereerste avond Nepal, waar een Chinees stel uitgebreid naar ons stond te kijken om vervolgens precies hetzelfde als ons te bestellen. De man had zelfs mijn gerecht en de vrouw dat van Sandra. Kennelijk waren we er zo overduidelijk van aan het genieten?

De volgende dag gingen we naar Bhaktapur, de laatste van de drie koningssteden (naast Kathmandu en Patan) die we nog moesten bezoeken. We gingen weer voor een lokale bus, maar deze keer ging het een stuk gemakkelijker, we werden er goed in. Elke bus hier in Nepal heeft een regelmannetje, deze hangt continu half uit de bus en probeert door het roepen van de bestemmingen mensen te lokken. Bij hem reken je dan vervolgens ook af. Ook voor onze bus werden we door een regelmannetje naar een stilstaande bus gewezen, zonder chauffeur erin. We voelde ons licht voor gek toen we zaten dus toen een ander regelmannetje van een wel rijdende bus ons wenkte gingen we daarheen. Hij ging ook naar Bhaktapur en aangezien deze bus meer meters maakte gingen we voor hem. Het vorige regelmannetje zag ons nog zitten en wees opnieuw naar zijn bus. Sorry vriend, dit gaat toch sneller.

Gelukkig hadden we zitplaatsen want na een uur rijden was de bus totaal volgepropt. Ik zat aan het gangpad maar zelfs ik had amper plek om te bewegen en zat bijna bij Sandra op schoot, zo vol was het. Het stond twee rijen dik in het gangpad van nog niet eens een meter breed en bij het in- en uitstappen kwam hier nog een derde rij bij. Wat dus totaal niet paste maar met veel gewurm kwamen mensen waar ze wilden zijn. Toen we zelf met in vergelijking minimale moeite uit de bus gewurmd waren, bleek de rit in totaal 40 roepies (30 eurocent) gekost te hebben, waar een taxi ons rond de 800 had gekost.

Om de stad in te mogen moesten we 1500 roepies betalen, een beetje wat we ook voor de paleispleintjes van de andere steden betaald hadden. Dat plein (Durbar (paleis) square) was dan ook onze eerste bestemming. Hier was nog aardig wat aardbeving schade zichtbaar en het restauratiewerk was in volle gang. De gouden poort naar het paleis viel erg op, welke bovenop een afbeelding had van de vierkoppige, twaalf-armige beschermgod van de Malla-dynastie. Naast de poort stond het vijvenvijftig-ramige paleis, welke, je raadt het nooit, vijvenvijftig uit hout gesneden ramen had.

Veel van de pagoda's hier waren ingestort maar de voetstukken stonden er nog. Deze waren bekleed met beelden van onder andere olifanten, neushoorns, leeuwen en paarden, allemaal in paren en vaak met kettingen om. Na een rondje gelopen te hebben over het plein gingen we via de gouden poort gingen we het paleis binnen. Deze had voor de aardbevingen van 1934 en 2015 maar liefst negenennegentig binnenplaatsen maar nu nog maar enkele (dit had ook te maken met het feit dat het gehele paleis verplaatst is naarmate de stad verder groeide), waarvan wij er die dag maar twee konden zien.

De eerste binnenplaats was de Taleju tempel, één van de meest heilige van Bhaktpur. Omdat alleen Hindoes naar binnen mogen konden we enkel via de toegangsdeur gluren naar de kleurrijke schilderingen en de indrukwekkende houtsnijwerken. De Naga Pokhari binnenplaats mochten we wel betreden, waar een Spaanstalig gezelschap met een heuze fotoshoot bezig was. Gelukkig kunnen we altijd wel de humor inzien van dit soort toeristen en hun jacht naar de perfecte Instagram foto.

Toen ze weg waren (na wat voelde als een half uur) konden we de plek even rustig tot ons nemen. Het deed denken aan die prachtige binnenplaats in het paleis van Patan, vooral door de goudkleurige waterspuit (een zogeheten dhara). Deze bestond uit een geit die opgegeten werd door een makara (een mythische kruising tussen een olifanten en krokodil) met op de zijkant allerlei dorstige dieren.

Na het paleis zetten we een looproute in die ons langs allerlei tempels en altaren bracht tot we eindigden op het Tachupal Tole plein. Omdat het plein omringd was door allerlei restaurants was het mooi tijd voor een lunch bestaande uit de ons nu wel erg bekende momo’s en een Nepalese set. Daarna hebben we niet echt lekker rond kunnen kijken op dit pleintje, omdat de hemel weer eens open brak. Door de stortregen raakten we verdwaald in zijstraatjes waarna we via de hoofdweg doorliepen naar het volgende pleintje.

Hier beklommen we de grote, imposante Nyatapola tempel waar we onder het pagoda-dak konden schuilen. Gebouwd in 1702, bestaande uit vijf verdiepingen en met dertig meter hoog was dit de grootste tempel van Nepal. Hij stond nog fier, zelfs na al die aardbevingen. Op de steile, en nu gladde, treden stonden van beneden naar boven weer beelden in paren; worstelaars, leeuwen, grifoenen en de twee godinnen Baghini en Singhini. Elk figuur zou tien keer zo sterk zijn als die eronder. Toen de regen minderde klommen we weer naar beneden voor een goed zicht op de tempel zelf, wat Sandra met haar hoogtevrees nog erg soepel deed.

Ik wilde hierna nog perse de erotische olifanten tempel zien, welke na een zoektocht een klein altaar bleek te zijn. Op één van de houten ondersteuningen van het dak kon ik inderdaad twee olifanten ontdekken die in een wel erg menselijk houding bezig waren. Top, nu konden we weer terug naar Kathmandu. Die bus was zo gevonden, gelukkig was deze rit lekker rustig en niet zo bomvol als die van vanochtend.

Bij het hostel konden we even opdrogen waarna we weer door de smerig harde regen heen trokken op souvenirjacht. Dit was eigenlijk de enige dag van de vakantie dat de regen ons echt heeft tegengezeten. Dit viel ons alles mee want wij hadden gezien het moessonseizoen alleen maar dagen zoals deze verwacht. Gelukkig kon ik Sandra tijdens de natte tocht wat opvrolijken door een heerlijk afding-spel te laten zien toen we wat beeldjes wilden gaan kopen.

Het eten van die avond nuttigden we in restaurant “The Momo Cave”. We hadden deze in een zijstraatje gevonden en het zag er zowel van binnen als van buiten niet uit (wat we meestal zien als een positief iets gezien daar het eten het lekkerst is). De omelet met noedels en vlees erin samen met de soort van loempia die we hadden smaakten weer goed en voor vier euro in totaal waren we klaar. Sandra liet die avond haar henna zetten terwijl ik even boodschapjes was doen. Toen ik haar weer opzocht vertelde ze blij dat ze afgedongen had! Ik was zo trots. Gelukkig was de regen ook wat minder dus met een poncho over haar hand konden we de henna prima drooghouden tot aan het hostel.

Toen we de volgende ochtend wakker werden, was die regen er nog steeds. Dit was onze laatste volle dag in Nepal en deze begon met een bezoek aan een stoepa. Je zou zeggen dat we die stoepa’s wel gezien hadden, maar toen we er aankwamen en het zonnetje weer verschenen was, waren we erg blij met onze keuze. De Bodhnath (of Boedhha) stoepa is de grootste van heel Azië en zijn basis is gebouwd in het jaar 600 door een Tibetaanse koning. De stoepa zou relieken van Boedhha bevatten en is mede daarom een populaire pelgrimsplek.

We liepen weer netjes met de klok mee over het plein rondom de indrukwekkende stoepa, langs alle gebedsmolens. In de Jamchen Lhakang Gompa tempel zaten een aantal monniken teksten op te lezen welke allemaal door elkaar heen klonken. Dit was een bijzonder achtergrondgeluid terwijl we naast het centrale Boeddhabeeld van ongeveer vijf meter hoog stonden.

We konden de stoepa ook beklimmen, wat we natuurlijk deden. Tussen de welbekende vlaggetjes die naar de top van de stoepa gingen werd een vrij hysterische Nepalese vrouw door vrouwelijke politieagenten weggedragen, niet wat je verwacht op zo’n religieuze plek. Vanaf de stoepa hadden we mooi uitzicht op de Tamang Gompa, een tempel met meerdere verdiepingen waar we hierna ingingen. Van binnen was deze mooi maar vooral het uitzicht vanaf de bovenste verdieping is echt bijgebleven.

Erg blij met deze stop gingen we te voet door naar Pashupatinath, de heiligste hindoe-pelgrimsplaats van Nepal. Nadat we de ingang gevonden hadden (we stonden eerst op een heuvelrug tussen koeien, vanwaar we niet eens zicht hadden op het complex) besloten we om de relatief hoge entree toch maar te betalen, want we waren er tenslotte toch. De Pashupati Mandir mochten we niet in (dit was enkel voor hindoes, waarvan het hier dus ook krioelde) maar vanaf een hoger gelegen niveau konden we toch spieken naar de grote, goudkleurige pagoda. Ook konden we om een hoekje net de kop van het gouden beeld van Nandi zien, Shiva’s (de hindoegod van de vernietiging, waar de tempel aan is opgedragen) trouwe stier.

Rondom de tempel heen liepen we via een bruggetje de Bagmati rivier over, naar de achterkant van de Pashupati Mandir. Hier zagen we een hoopje brandend hout met daarnaast een stoet huilende vrouwen. De vrouwen werden gevolgd door zes mannen die een brancard droegen met daarop een lijk welke was ingewikkeld in doeken. De stoet werd afgesloten door een groep stilzwijgende mannen. Ik zeg hier huilende vrouwen, maar het waren eerder vrouwen die aan het blèren waren. Het was bijna onrealistisch en overdreven hard zoals er gegild en gehuild werd, sommige vrouwen moesten zelfs overeind gehouden worden omdat ze van het huilen niet meer konden staan.

We volgden de stoet aan de andere kant van het water stroomafwaarts naar de ghats. Deze ghats zijn voor de Nepalezen crematieplekken. Hier gecremeerd worden betekent vrijwel zeker dat je cirkel van reïncarnatie verbroken zal worden en je Nirvana zal bereiken. Nu zie je misschien wat huisjes voor je met wat ovens erin en een schoorsteentje die een hoogte bereikt vanwaar het sociaal acceptabel is om de rook los te laten op de omgeving. Dit beeld klopt echter niet, want het zijn openluchtcrematies. Daarmee is het ook best logisch dat alleen de hoge kasten zich bij de Arya Ghat, achter de Pashupati Mandir en helemaal stroomopwaarts, mogen laten cremeren. Zij hebben dan immers geen as en dergelijke van anderen als ze opgingen in de Bagmati rivier. Deze rivier bevat heilig water en er wordt tevens in gebadderd voor een zegening. Ernstig zieken komen hier ook om een slok te nemen van het heilige water, wat hun einde zonder meer zal versnellen.

De crematiestoet kwam ondertussen aan bij één van de laagste ghats, waar al een stapel houtblokken klaarlag. Verder stroomopwaarts waren op deze Ram Ghat (welke voor alle kasten was, maar de houtblokken meer stroomopwaarts leken ook meer versieringen van oranje bloemetjes te hebben) nog twee stapels aan het uitbranden. Wat opviel was dat bij deze vuren alleen mannen zaten. Wat nog iets meer opviel was de verontrustende barbecuelucht die van de stapels af kwam, welke we iets te goed konden ruiken als de wind onze kant op stond. Het lijk van de stoet die we volgden werd van de brancard afgehaald en op de stapel gelegd, waarna de hele stoet rondom de stapel ging staan, nog steeds luid huilend. Toen het vuur aangestoken werd bleven de mannen zitten en liepen we de vrouwen weg. Aan het begin van de rij ghats wasten de vrouwen hun gezicht waarna het gehuil plots stopte. Dat we op onze laatste volle dag in Nepal nog zo’n bijzonder schouwspel konden zien.

Na ruim een half uur kijken liepen we naar boven, waar we nog wat aapjes, oude altaren opgedragen aan Shiva (Nandi zat er steeds voor) en kleine pagoda’s tegenkwamen. Toen we weer naar beneden liepen stopten we nog bij een uitzichtpunt over de Arya Ghat, waar ondertussen een nieuwe brancard klaar lag. De mannen en vrouwen eromheen waren bijzonder stil, kennelijk begint het luide gehuil dus pas als de stoet gaat bewegen. Toen we het complex uitliepen viel ons op dat er alweer twee nieuwe brandstapels bijgebouwd waren, het is hier dus bijna lopende band werk te noemen…

Ondanks de verontrustende barbecuelucht hadden we wel trek gekregen, dus we gingen weer eens lunchen voor een prikkie. De toiletdeur van het restaurant was nog een avontuur om open te krijgen trouwens, het gebrek aan licht binnen was ook een uitdaging en de was die gedaan werd naast de deur was ook weer bijzonder. We waren echt nog steeds in Azië.

De rest van de dag waren we aan het shoppen. Van de regen die inzette toen we net in de taxi sprongen hadden we gelukkig geen last omdat de kledingbazaar waar we gingen winkelen overdekt was (met zeil, maar goed, telt als overdekt). Hier hebben we wat echte Vanns (neppe Vans schoenen dus) gekocht voor bijna niks en we waren overal lekker aan het onderhandelen. Daarna kochten we nog wat kruiden (masala, masala, masala) en thee op het Asan Tole plein maar daarmee waren we nog niet klaar.

Vooral het zoeken van kasjmir sjaals voor het thuisfront was een flink middagklus en voordat we het doorhadden was het tijd voor onze laatste avondmaaltijd in Nepal. Die nuttigden we opnieuw bij “onze” Chinees, wat dit bezoek nummer drie maakte. Als ze in Nepal met adressen zouden werken zou ik dat bij deze geven als aanbeveling. Op de terugweg naar het hostel kwamen we nog mijn Gurkha mes tegen welke mooi past bij mijn Mexicaanse machete.

Het laatste ontbijt in Nepal was weer bij het hostel, de zesde keer dat we daar in Kathmandu zaten te ontbijten. Er was vanuit het thuisfront nog een bestelling sjaals geplaatst dus die laatste ochtend gingen we nogmaals op jacht. De waren van de man zouden 11000 roepies kosten in totaal, maar na het nodige weglopen, tikken op rekenmachines en schaterlachen om te hoge prijzen konden we alles voor 3000 roepies meenemen. Natuurlijk hebben we nog steeds te veel betaald, ongetwijfeld, maar het was een leuk spelletje om met z’n tweeën te spelen. Sandra was er ondertussen gewoon goed in.

Omdat we wel lekker opschoten en pas om vier uur vlogen kon Sandra nog lekker een massage pakken van een half uur terwijl ik alle gekochte spullen in ging pakken. Gelukkig had ik nog erg veel plek over in mijn backpack (hij was zeven kilo aangekomen). De laatste lunch hadden we in het tentje waar Sandra de eerste dag nog niet durfde te eten. Het was weer voor bijna niks en erg lekker.

Terug bij het hostel gingen we betalen en het vervoer naar het vliegveld regelen. Nog even douchen, het laatste setje schone kleding kon aan en we waren ruim op tijd op het vliegveld. Toen we bij één van de vijf gates van deze terminal zaten te wachten brak de hemel weer eens open, een laatste groet van de moesson.

De vlucht naar Mumbai was nog wel bijzonder. We zaten in een vliegtuig met mensen die waarschijnlijk vrijwel allemaal voor de eerste keer vlogen (in ieder geval de Nepalees naast ons). Op dit soort vluchten dient een stewardess bijzonder veel geduld te hebben, want de passagiers maakten er bijna een sport van om op te gaan staan wanneer het “gordels aan”-lampje brandde. Meestal om naar de wc te gaan, gezien de rij voor de wc die eigenlijk continu wel tien mensen telde, maar vaak ook om even ergens anders te gaan kletsen. Met de vrijwel continu aanwezige turbulentie, de hevige bochten en het abrupte stijgen en dalen was dit een combinatie die eigenlijk best vermakelijk was.

In Mumbai mochten we nog acht uur overstaptijd overbruggen, welke eigenlijk voorbij vloog (ik kon namelijk update 7 afmaken en Sandra kon slapen). Voor het avondeten gingen we meteen over naar Westerse praktijken. Ik had wel zin in een lekkere, dikke whopper van de Burgerking. Natuurlijk (hoewel we hier van te voren niet eens bij stil hadden gestaan, zelf niet na twee en halve week Nepal) werd dit niet de rundvleeswhopper (iets met heilig dier) zoals ik die gewend was maar een whopper met schapenvlees, welke overigens wel prima smaakte.

Na de laatste vlucht, die een dikke acht uur geduurd had, landden we om acht uur lokale tijd op Schiphol en daarmee zat onze vakantie er toch echt op. Beiden vinden we het best bizar wat we in die twee en halve week allemaal gezien en gedaan hebben. We hebben de koningssteden Kathmandu, Patan en Bhaktapur verkend tot in wijken waar we heerlijk raar aangekeken werden. We zijn vlakbij het Himalaya-gebergte geweest in Pokhara waar we genoten hebben van uitzichten vanaf bergen maar ook vanuit de lucht. We hebben door de geboorteplaats van Boeddha gelopen en in de jungle hebben we bloedzuigers, neushoorns en olifanten van dichtbij kunnen ontmoeten. Dit alles tussen de uiterst vriendelijke Nepalezen (misschien wel het meest vriendelijke volk dat we ooit hebben meegemaakt), de vele zwerfhonden en de Boeddhistische monniken die soms meer bezig waren met foto’s maken met hun smartphone dan met monnik zijn.

En die relatietest? Ik kan zeggen dat we na vierhonderd drieëndertig uur samen (misschien scheelt het dat we ongeveer een derde hiervan sliepen) elkaar nog verre van beu zijn. Lief, bedankt voor de fantastische tijd samen! Ik heb heerlijk met je kunnen lachen, keek uit naar elk plan dat we maakten, heb genoten van de angstige blikken naar elkaar werpen bij neushoorndreigingen en hielp je maar al te graag al die steile trappen af (waar je me op het einde niet meer voor nodig had). Ik heb nu alweer zin in al onze volgende avonturen samen!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jirry

Actief sinds 04 Jan. 2013
Verslag gelezen: 1143
Totaal aantal bezoekers 164565

Voorgaande reizen:

11 Juli 2023 - 16 Augustus 2023

Huwelijksreis

01 Juli 2021 - 31 Mei 2023

Duikvakanties

23 Juli 2022 - 13 Augustus 2022

Cambodja 2022

01 Augustus 2021 - 20 Augustus 2021

Backpacken door Griekenland

15 Juli 2020 - 24 Juli 2020

Kasteeltjestour 2020

20 Juli 2019 - 14 Augustus 2019

Roadtrip door voormalig Joegoslavië

18 Juli 2018 - 04 Augustus 2018

Backpacken met m'n lief: Nepal

19 Mei 2018 - 14 Juni 2018

Amerika reis met paps en mams

12 Oktober 2016 - 24 December 2016

The Epic Jirry Journey

23 Juni 2014 - 25 September 2014

Stella reisjes

11 Juli 2014 - 20 Juli 2014

Leipe trips

03 Januari 2014 - 12 Januari 2014

Skivakanties

20 Augustus 2013 - 02 December 2013

Australië en meer

04 Januari 2013 - 26 Maart 2013

Stage in Florianopolis, Brazilië

Landen bezocht: