Update 11: De weg naar Machu Picchu - Reisverslag uit Chaquicocha, Peru van Jirry Pons - WaarBenJij.nu Update 11: De weg naar Machu Picchu - Reisverslag uit Chaquicocha, Peru van Jirry Pons - WaarBenJij.nu

Update 11: De weg naar Machu Picchu

Door: Jirry

Blijf op de hoogte en volg Jirry

06 Augustus 2023 | Peru, Chaquicocha

Na een klein ontbijt in ons hotel bestelden we een Uber naar Tambamachay. Voor het eerst mochten we gaan onderhandelen met een Uber chauffeur. Ondanks dat hij de rit geaccepteerd had, vond hij het te weinig geld. Hij had ondertussen zelfs andere passagiers opgehaald, zo zagen we toen hij langs kwam rijden. Uiteindelijk hebben we de rit geannuleerd en heeft hij ons toch met een flinke korting bij de ruïnes afgezet. We waren aangekomen bij de Baño del Inca. Na een kort stukje lopen, kwamen we de eerste waterkanalen al tegen. Dit stroompje werd ondersteund door enorme stenen. De kanalen waren door de Inca aangelegd en nog steeds actief! Dat je ingenieur skills meer dan vijfhonderd jaar stand houden, daar kan ik alleen maar van dromen denk ik.

Dit bleek achteraf de favoriete ruïne van Sandra voor deze dag. De nissen rondom de waterstroompjes hadden vroeger een functie als plek voor offers. We zaten al redelijk in de bergen boven Cusco, ondanks dat het maar tien kilometer van de stad was. We liepen een torentje op voor een wat hoger uitzicht op het vallende water. Daarna liepen we wat meer de natuur in voor uitzichten op de omringende bergen. Via deze route liepen we over de druppende ruïnes, om daarna naar beneden te wandelen. Vanaf hier hadden we al uitzicht op Puka Pukara, de volgende ruïnes. Het rode fort.

Rood was het ondertussen niet meer, maar dankzij de strategische locatie op een heuvelpiek was het met recht een fort. Het 360 graden uitzicht was fantastisch. Een soortgelijk maar toch weer niet 360 graden uitzicht had ook de grote touringbus. Je weet wel, zo’n bus met een tweede verdieping zonder dak. Deze stond op loopafstand van al het moois terwijl iedereen een uitleg kreeg. Dat mensen ervoor kiezen. Om de mensen te mijden wilde ik graag met de klok meelopen, maar dat mocht helaas niet van de bewaker die er zat. Tegen de klok in dan maar, niet goed voor mijn ocd ook. In de ruïnes waren veel huizen, deuren en ramen nog goed herkenbaar. Na een korte wandeling door de mooie oude stenen was het een stukje bergaf lopen tot de volgende ruïnes. Onderweg hadden we weer prima uitzichten. Toen we wat dichter bij Cusco kwamen, hadden we goed zicht op de “Viva el Peru” heuvel die boven de stad uit kwam.

Na een yoghurtje voor onderweg en een touringbus die spectaculair werd weggetakeld, kwam het volgende pareltje van de Jirry [e-38] Sandra oude stenen tour nabij Cusco. Q’enqo betekent in de Quecha taal zigzag en dat maakte deze ruïnes net een speeltuin. Het begon met in de verte een enorme rots waarvan het leek alsof er trappen in gebeeldhouwd waren. Voor de ruïnes stond een enorme steen die opgebouwd was als een soort altaar. Rechts ervan was een opening tussen de stenen die tot een tunnel leidde. De binnenplaats waar we in terecht kwamen, had een pad naar beneden dat in een grot uitkwam. Hier waren zelfs enkele traptreden. Door een opening in het plafond kwam wat zonlicht naar binnen, dat op bepaalde momenten haar licht zou schijnen op de offertafel iets verderop. Buiten de ruïnes was er nog een grote heuvel met een paar vervallen stenen muren. Niet deel van de Q’enqo ruïnes, maar ongetwijfeld met een historie. Nu een plek voor picknicken met een naastgelegen bos.

Voordat we Sacsayhuamán betraden, mijn favoriete ruïne van de dag, hadden we een chippies stop. In de verte zagen we de zigzag muren van het fort al. Verderop naar links stond een groot, wit Jezus beeld. Ook hier was een drom van toeristen te zien, maar we lieten het maar… Juist, links liggen. Sacsayhuamán, een gringo tong zou er “sexy woman” van maken. Gebouwd door de negende en belangrijkste Inca Pachacutec. Hij zag de stad Cusco vanaf boven als een puma, met de fortachtige zigzaggende muren van Sacsayhuamán als haar tanden. Prachtig hoe ze dit allemaal bedacht hadden. Het fort was zowel religieus als strategisch een belangrijke plek.

In 1536 was het nog een plek van de meest bittere strijd tijdens de Spaanse opmars. Pizarro was op dat moment twee jaar in Cusco, toen de Manco Inca het fort terug in wisten te nemen. Vanaf hier maakten ze het de Spanjaarden in Cusco flink moeilijk. Een schijnbaar wanhopige en laatste aanval van vijftig mannen te paard door Juan Pizarro, Francisco’s broertje, bracht een einde aan de rebellerende Inca’s. Het fort was compleet bezaaid met de lichamen van duizenden Inca soldaten. Manco Inca zelf wist te vluchten naar Ollantaytambo. De lijken trokken hordes met Andes condors aan, hét heilige dier van de Inca’s. Een tragedie die nog steeds herdacht wordt op het teken van Cusco door acht condors. Nu was nog maar twintig procent van het immense fort te zien. De Spanjaarden hebben het compleet gesloopt om de stenen te hergebruiken in hun nieuwe stad Cuzco, met een z te verstaan. Resten van ruïnes op resten van ruïnes.

Alleen al door dit verhaal waren het mijn favoriete oude stenen van de dag. We doken als eerste een Inca tunnel in. Tot aan letterlijk het pikkedonker, zo diep gingen we de stenen in. Sandra was het lampje, maar die liep snel vooruit. Daar ging mijn licht in de duisternis. Weer in het daglicht keken we neer op iets wat leek op een klein Colosseum. Een enorme ronde binnenplaats met tribunes rondom. Hogerop waren er Inca glijbanen, die enthousiast gebruikt werden door jong en oud. Ooit was hier 5000 man gelegerd en de onbeschrijfelijke grootte van het geheel hield wat dat betreft weinig ter verbeelding over. Enthousiast rende ik de trappen af naar de binnenplaats tussen waar we begonnen waren en de zigzag muren. Sandra volgde in gepast tempo. We lieten een fundering van een toren achter ons die een diameter van tweeëntwintig meter had. Bijna onvoorstelbaar hoe dit er vijfhonderd jaar geleden uit heeft gezien.

We liepen over hoge stenen treden, door enorme deurposten en langs stenen waarvan de zwaarste 300 ton weegt. Alles zo gigantisch dat je je bijna niet voor kan stellen dat mensen dit vijfhonderd jaar geleden gemaakt hebben. De Spanjaarden hadden dit toen vast niet voor elkaar gekregen. Een verzameling van stenen in een ronde vorm was vroeger een water opslag. Nu enkel een vernuftig stukje bouwwerk. We hadden een goed uitzicht op Cusco vanaf hier. Mooi om dan een spelletje “herken je het” te spelen. Ik had ongetwijfeld getypt dat ik gewonnen had, was het niet dat het huwelijk goed moet blijven. In de verte zagen we ook het vliegveld, waar net een vliegtuig landde. We konden de remmen hiervan pas tientallen seconden later horen.

Terug in het fort wandelden we naar beneden. De alpaca’s op de binnenplaats waren ondertussen al gevlucht voor de toeristen. Bij de uitgang kwamen we een groep meiden tegen die met ons op de foto wilden. De meest enthousiaste eerst met mij, daarna met haar vriendinnetje erbij en tot slot moest Sandra er ook bij staan. Een paar vriendinnen van het meiske wilde ook alleen met mij, Sandra erbij en tot slot een groepsfoto met de volwassen man die ze vergezelden. We hadden zo fooi mogen vragen. Door schattige straatjes met trappen en bloemen belandden we in de straat achter ons hotel. Hier was een man prachtige schilderijen aan het maken, dat moesten we onthouden.

Een taartje voor het laatste stukje wandelen was een goede aanvulling. In het piepkleine zaakje was het lastig kiezen tussen al het lekkers. Daarna gingen we mijn schoenen ophalen. Het was een stukje vakwerk geworden. Compleet nieuwe zolen die gelijmd en ook nog eens gehecht waren. Die zouden de Inca trail makkelijk overleven. Normaal ding ik af, nu legde ik er 25% bij. De dankbaarheid spatte eraf, ons werd een gelukkige reis gewenst. Met mijn frisse schoenen gingen we de briefing van de Inca trail tegemoet. Iemand van onze groep was vers aangekomen in Cusco en was dus nul gewend aan de hoogte. Echt top voelde hij zich niet, dus dat werd coca bladeren kauwen. Daarnaast had hij van zijn dokter een halve apotheek meegekregen. Nadat alles geregeld was, gingen we veganistisch uit eten bij Chia. Andes sushi gemaakt van quinoa als voorgerecht en daarna taco’s en lignine. Alles met een Andes gebergte twist en heerlijk. In het hotel mochten we onze tassen opnieuw inrichten. We hadden zeven kilo aan ruimte in onze duffelbags voor de Inca trail. Inpakken voor vier dagen hiken door de bergen. Wat hadden we er zin in, kom maar op!

Yes, de Inca trail ging beginnen! Al voor de pickup tijd van half vijf stond onze gids Miguel voor ons hotel. We werden in een busje gehopt en daar gingen we. Nog even slapen totdat we aan de eerste etappe konden beginnen. We hadden ontbijt bij het huis van de porters. De porters hadden de zware taak om al onze spullen en het complete kamp op hun rug mee te zeulen. Maximaal mocht er 25 kilo in hun enorme groene backpacks. Dit betekent dus dat ze makkelijk drie duffelbags kunnen meenemen, maar toch waren ze met vierentwintig man sterk op veertien toeristen en twee gidsen. Het hele kamp bracht dus nog de nodige kilo's met zich mee. Vanaf de ontbijttafel hadden we zicht op een oud Inca bewakershuisje. Hoog op de berg leek het compleet onbereikbaar, maar het zal goed uitzicht gegeven hebben over het dal.

Miguel vertelde ons dat we nu bevriend waren, maar hierna een familie zouden worden. Ik vond het een beetje onzin, maar moet toch toegeven dat hij achteraf redelijk gelijk had. Dat hadden we vooral te danken aan de enige Spaanstalige van de groep, Sebastian. Een brede Argentijn die we ondertussen Sebas mogen noemen. Zijn enthousiasme, emotie en energie hebben er absoluut een hechtere groep van gemaakt. Hij liep de Inca trail voor zijn goede doel: una milla, una sonrisa. One mile, one smile. Nu we toch aan het voorstellen zijn, pak ik meteen door. De man die net was ingevlogen en de hoogteziekte al goed voelde, was Omar. Woonachtig in New York, maar opgegroeid in Israël met een Italiaanse moeder. Sergio uit Portugal met 45 jaar en thuis een vrouw en zoon. Reizen zat in zijn bloed, want zijn vader van 75 jaar oud was laatst nog naar Japan.

Xilin was een Chinees die al acht jaar in New York woonde. De Chinese gewoontes zaten er nog steeds goed in. Harde scheten, boeren en slurpend eten zonder op of om te kijken. Ook dat typische foto talent, acht verschillende poses en maar blijven gaan terwijl er mensen op je staan te wachten of zelfs eerder waren. Ook uit Amerika hadden we Bryce en Rene, hij Frans en zij uit Hong Kong. Rene had het zeer waarschijnlijk het zwaarst deze Inca trail. Wij allemaal, maar vooral Sebas, zetten onze schouders onder haar. Dan hadden we nog Frances en Nigel. Origineel uit het VK, maar nu woonachtig in Abu Dhabi. Daartussen ook gewoond in Maleisië en Panama. Ook internationaal ingesteld was het gezin van Manuel, Celine en hun kinderen Emma en Leo. Van origine Frans, maar gewoond in Barcelona en nu Stuttgart.

Zo, we konden op pad. Kilometer 82 was ons startpunt. Nog 45 kilometer te gaan in vier dagen en drie nachten. Het pad was voor het eerste stuk wat ze hier noemen Inca plat. Oftewel continu op en neer, maar niet meer dan zo’n twee honderd meter. Bij een rustplek hadden we uitzicht op de eerste ruïnes op de route. We liepen op wat vroeger de weg van de nobelen was. Deze ruïnes waren een verzameling huisjes waar men kon rusten op weg naar onder andere Machu Picchu. Er bestaat namelijk niet zoiets als hét Inca pad, er zijn tal van routes door het Andes gebergte, waarvan vele nog niet eens ontdekt zijn.

We stopten ergens in een grasveld oase om te rusten. Eigenlijk lag het tempo voor ons nu wat laag, met steeds die stops. Het was wel lekker om in het zonnetje even te rusten met een mooi muziekje op de achtergrond. Na de rust kwamen we bij de Inca ruïne Patallacta die dieper in de vallei lag. Deze was prachtig strak ingedeeld. Langs de rivier volgden de terrassen de oever met een golvende beweging. Op de lange eindes die tot de rivier aansloten, was steeds een klein bewakers huisje gebouwd. Op het verre einde stond zelfs iets dat leek op een wachttoren. Bovenaan de terrassen, aan de voet van de berg waren strak ingedeelde huizen zichtbaar. Die stedelijke architectuur hadden die Inca’s wel onder de knie. Dankzij de bijna communistische maatschappij werd alles heel centraal ingedeeld, waar de moderne boederijen een huisje zijn met een lap grond.

Daarna waren we bij de lunch beland. De porters waren hier al een tijdje en er werd druk gekookt. Per persoon stond een teiltje klaar om onze handen te wassen en de lunchtafel stond gereed in een nabij gelegen huisje. Na een prima lunch hadden we weer even rusttijd, om daarna op ons eigen tempo te gaan wandelen. Zo konden de gidsen ons tempo bepalen en bedenken hoe laat we de volgende dag op zouden moeten staan. Een paar van de groep hadden met dit pad al moeite, dat beloofde wat, want morgen werd de lastigste dag. Als tip kregen we een Inca ritueel mee. Pak drie coca blaadjes en wapper ze door de wind. Blaas erdoor en vraag de bergen om een zegen. De recordhouder van de Inca trail zal ongetwijfeld veel gewapperd hebben, want hij deed er slechts drie uur en achtenveertig minuten over.

De omgeving was overigens heel de tijd prachtig. Besneeuwde bergtoppen, veel groen, maar toch ook een best droge grond. Een goed zonnetje scheen en we liepen de hele tijd langs de kolkende rivier of een kabbelend beekje. Een gammel houten bruggetje hadden we op het einde nodig om dat beekje over te steken. Nog vrij fris kwamen we bij het kamp voor die avond aan. De porters klapten voor ons toen we het kamp inliepen. Eigenlijk moeten we voor hun klappen, namen we ons vanaf toen voor. Je zag ze nu nog steeds keihard aan het werk. Alle tenten stonden, onze tassen lagen klaar en weer die teiltjes water.

Sebas kwam wat Agentijnse cake uitdelen die erg goed smaakte. Hij beloofde voor het laatste diner een extra speciaal zoetje. Het eten was erg smakelijk en daarna deden we een rondje hoogtepunt en dieptepunt van de dag. Zo lekker knus in onze dinertent terwijl het buiten flink afkoelde. Sterrenkijken lukte niet zo door alle hoofdlampjes, maar we hadden nog een paar nachten. We hadden in ieder geval een tent met een prachtig uitzicht. Hier konden we wel aan wennen. Het slapen op het matje ging prima. Die vlakke ondergrond was eigenlijk wel goed voor onze ruggen.

Wakker worden midden in de bergen is een heerlijke ervaring. Om half vijf werden we al gewekt met een kopje coca thee. Kort daarna het ontbijt en dan snel op pad. Rene had het de dag ervoor al erg zwaar gehad omdat ze slecht geslapen had door te veel coca thee. Deze ochtend had ze weer nauwelijks geslapen, omdat de zelf meegebrachte slaapzakken te koud waren. Wij hadden ze gelukkig gehuurd en die waren heerlijk warm. Rene vertrok al voor het ontbijt, want het zou de zwaarste dag van de vier dagen worden. De eerste dag waren we van 2700 naar 3300 meter gegaan, gedurende zo’n zes uur wandelen. Nu moesten we van die 3300 door naar 4200, in een uur of vier. Plus daarna nog zes uur wandelen door een tweede pas.

Het was geen makkelijke klim, maar gelukkig verbleekte het ook bij de Colca canyon. We hadden dus wat goede ervaring opgedaan. Halverwege kwamen we een groep lama’s tegen. Iedereen ging ik zijn of haar eigen tempo, wat best wel lekker liep. Op een gegeven moment liet ik Sandra ook wat verder achter, zodat ik lekker door kon stappen. Ik kwam Rene ergens tegen en gaf haar een knuffel en zei dat je goed ging. Op 4215 meter hoogte kwam ik het hoogste punt van de route tegen. Dead Woman’s Pass, klinkt als een leuke plek he. Het uitzicht was er prachtig en toen ik aankwam liep ik als een zombie naar de overkant van de pas. Wat een pracht. Sandra volgde niet veel later en die had ook een goede dosis opluchting te pakken. Mensen waren hier best emotioneel, vooral Sebas. Hij had slechts twintig dagen geleden een goede vriend verloren en deze klim was voor hem. Tijd voor een dikke knuffel.

Grote treden naar beneden volgden, twee uur lang. Ik vond dit zonder twijfel vervelender dan naar boven, terwijl dit voor Sandra juist andersom was. De lunch ging er heel goed in bij iedereen, waarna we snel weer door gingen. Voor zonsondergang bij het volgende kamp was het doel. Sebas moedigde ondertussen de porters bij elke kans aan. We stopten ook vaak om ze langs te laten en even te klappen voor ze. Het zijn helden deze mensen. “Campeones” riep Sebas bij elke passage met een schouderklop of handdruk erbij. Kampioenen, dat is inderdaad ook geen verkeerde benaming.

De eerste ruïnes (Runcu Raccay) van de dag waren een kleine set ronde stenen. Dit wil meestal zeggen dat het een religieuze plek is geweest. Ik snap de Inca’s wel om zoiets te bouwen met deze uitzichten. We gingen zitten en Miguel gaf ons wat informatie. Hij wees ons op Dead Woman’s Pass, bizar dat we daar een paar uur geleden nog waren. Het leek immens hoog. Vanaf deze hoek was goed te zien waar de pas haar naam aan dankt. De bergen lijken op een liggende vrouw. Miguel vertelde over de witte insecten op cactussen die een rode kleur afgeven. Een vorm van kleurstof die erg waardevol was. Ook vertelde hij over zijn eerste keer Machu Picchu. Zijn oom was porter en hij mocht wel een keertje mee, maar moest wel helpen. Wel te verstaan met dertig kilo op zijn rug als veertienjarig jochie. Gelukkig zijn er ondertussen betere regels.

Na de lunch was het weer 400 meter omhoog naar de Runkuracay pas. Nadat we deze ook getrotseerd hadden, zat Miguel al verder in het dal op zijn fluit te spelen. Lichte muziek met dit fenomenale uitzicht waarbij zonnestralen door de wolken heen kwamen zetten. Kippenvel. Na een stuk dalen kwamen we een steile trap tegen naar een wat hoger gelegen ruïne. Dat moest Sayacmarka zijn, het onbereikbare dorp. Niet iedereen haalde dit deze dag, want het kamp moest immers voor zonsondergang bereikt worden. Dit dorp was vroeger gevuld met shamans, welke leefden van de offers die pelgrims meebrachten voor ze. Wederom prachtige ruïnes, zeker met het inzetten van de avondglorie. Beneden zagen we een wat groter gebouw langs het pad staan. Ook zagen we onze kampeerplek met de groene tenten, het leek geen twintig minuten lopen vanaf hier. Maar dat was het wel.

Chapuicocha lag op 3600 meter en we waren er gelukkig zo. Het uitzicht was onwaarschijnlijk maar waar nog beter dan de avond daarvoor. De zonsondergang zette in, wat een heerlijk rustgevend gevoel gaf vanaf het bankje waar Sandra en ik op zaten. Sebas deelde zijn cake weer uit en na het avondeten was iedereen goed moe. Onze tweede gids Marisol vertelde die avond nog een mooi verhaal. Over hoe dankbaar we moeten zijn dat we dit mogen doen. Ze heeft ooit eens een oudere vrouw geholpen om de as van haar zoon uit te strooien bij één van de ruïnes. Het was dé droom van deze jongen om de Inca trail te doen en Machu Picchu te bezoeken. Denk aan degene die het nooit zullen halen.

Buiten de eettent was de sterrenhemel ondertussen goed aan. Het was die dag weer erg zonnig geweest, maar aan het einde van de dag raakte het wat bewolkt. Dit was nu allemaal weg en zelfs de Melkweg was goed zichtbaar. Met een laser wezen onze gidsen ons op wat sterrenbeelden. Het Southern Cross bijvoorbeeld, dat schittert op de vlag van Australië. Voor de Inca’s was het een belangrijk sterrenbeeld om de vier hoeken van het Inca rijk te symboliseren. De riem van Orion, de drie felle sterren die wij op ons noordelijk halfrond ook goed kunnen zien, stonden dan weer voor hun drie werelden. Hemel, aarde en onderwereld. De vier sterren die de zandloper van Orion compleet maken, stonden wederom voor de vier hoeken van het rijk. Om half negen sloten we onze ogen al. Het hakt er toch in die berglucht.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jirry

Actief sinds 04 Jan. 2013
Verslag gelezen: 206
Totaal aantal bezoekers 164828

Voorgaande reizen:

11 Juli 2023 - 16 Augustus 2023

Huwelijksreis

01 Juli 2021 - 31 Mei 2023

Duikvakanties

23 Juli 2022 - 13 Augustus 2022

Cambodja 2022

01 Augustus 2021 - 20 Augustus 2021

Backpacken door Griekenland

15 Juli 2020 - 24 Juli 2020

Kasteeltjestour 2020

20 Juli 2019 - 14 Augustus 2019

Roadtrip door voormalig Joegoslavië

18 Juli 2018 - 04 Augustus 2018

Backpacken met m'n lief: Nepal

19 Mei 2018 - 14 Juni 2018

Amerika reis met paps en mams

12 Oktober 2016 - 24 December 2016

The Epic Jirry Journey

23 Juni 2014 - 25 September 2014

Stella reisjes

11 Juli 2014 - 20 Juli 2014

Leipe trips

03 Januari 2014 - 12 Januari 2014

Skivakanties

20 Augustus 2013 - 02 December 2013

Australië en meer

04 Januari 2013 - 26 Maart 2013

Stage in Florianopolis, Brazilië

Landen bezocht: