Update 5: Skiresorts, woestijn en subtropen
Door: Jirry
Blijf op de hoogte en volg Jirry
06 Juni 2018 | Verenigde Staten, Las Vegas
De volgende dag sliepen we dan ook lekker uit en reden we opnieuw Grand Teton in. Onze lunch aten we op bij Lake Jenny met een mooi uitzicht op de Grand Teton mountain. Vanuit de auto weliswaar want het regende weer behoorlijk… (maar het waaide hier gelukkig ook net zo behoorlijk weer over) Op weg naar Mormon Way gingen we door een gebied waar elanden goed te zien zouden zijn. En verdomd, net eenmaal op de juiste weg stak er direct eentje over! Je hoort me overigens vanaf hier niets meer over bizons of hertjes zeggen, die vonden we op dit moment namelijk niet meer zo bizonder (nog één keertje dan). Bij Morman Way zelf waren verschillende hutjes te bekijken van de Mormonen die zich hier vanuit de staat Utah rond 1890 gevestigd hebben. Het verlaten dorpje bestond nog uit diverse schuren en stallen, soms restanten ervan, en ook de toilethokjes stonden er nog. Met het indrukwekkende uitzicht op de bergen was het wel duidelijk waarom ze deze plek gekozen hadden.
Blackfire Creek was het volgende stoppunt, bekend als watertapplaats voor elanden. En wederom verdomd, daar zat er weer eentje in de verte! Hij lichtte zijn kop op zodra hij onze geluiden hoorde, maar verder was hij gewoon lekker water aan het drinken. We lieten hem weer achter toen we een willekeurige afslag namen over een onverharde weg. We kwamen uit bij Snake River en liepen een stuk langs de kant van het water het bos in. Na een stukje lopen kwamen we een beverdam tegen gevolgd door zijn zelfgebouwde hutje. We hadden dit allemaal nog nooit gezien en ik herkende het eigenlijk alleen van de tekenfilmserie “Angry Beavers” die heel vroeger op tv was. We stonden hier even te kijken in de hoop de bever zelfs te zien maar na een paar minuten besloten we door te lopen. Toen we op de terugweg nog even pauzeerden met uitzicht op het beverhutje hadden we geluk! We zagen hem vanuit zijn hutje een stukje zwemmen, waarna hij over een stuk hout klom waardoor we zijn staart net konden zien om vervolgens weer te verdwijnen in het water.
De rest van de middag hebben we nog wat rondgereden en zijn we uiteindelijk nog gestopt bij Two Ocean lake. Mooi om te zien weer maar de vele muggen maakten dit een korte stop waarna we besloten om de dag ten einde te roepen.
De volgende ochtend sneeuwde het! Toen we rond half elf gingen rijden was het ook nog eens maar drie graden! Dit was de laagste temperatuur die we meegemaakt hadden deze vakantie, best bizar als je bedenkt dat we over drie dagen de hoogste temperatuur zouden ervaren. De route naar Park City ging nog via drie bossen en wederom een uitgestrekt meer genaamd Bear Lake. Bovenop een punt dat uitkeek op het meer was het ook nog steeds vrij frisjes! Vervolgens reden we de staat Idaho en daarna Utah in toen de wereld om ons heen er weer echt bewoond uit begon te zien. Ik overdrijf hierin een beetje, maar nu kwamen we tenminste weer regelmatig steden, benzinepompen en fastfoodketens tegen (het échte Amerika?).
In Salt Lake City was het alweer tweeëntwintig graden. Hier waren we even om de auto om te wisselen. De huidige had namelijk verse olie nodig en we kregen er gelukkig weer een Chervolet Tahoe voor terug (wederom een witte!). We waren vervolgens zo in Park City waar ons hotel een beetje aan een ski resort deed denken. Niet ver van het hotel konden we ook de springschansen zien die waarschijnlijk nog tijdens de Olympische winterspelen van 2002 gebruikt zijn. Aangezien er om ons heen weer fastfoodketens waren hebben we daar meteen gebruik van gemaakt door bij een Denny’s te gaan eten.
Ik was de volgende dag weer lekker om zes uur klaar wakker maar de rest volgde gelukkig niet al te veel later waarna we een erg goed ontbijt bij het hotel hadden. Vervolgens was het tijd om te gaan winkelen, eerst bij de Wallmart en vervolgens bij een outlet op zoek naar goedkope merkkleding. Het was hier in Park City weer goed warm, tweeëntwintig graden alweer. Ik realiseerde me dat dit betekende dat het vanaf hier alleen nog maar korte broeken zou zijn voor de rest van de vakantie!
In de middag gingen we nog even naar de hoofdstraat van Park City. Ook deze leek redelijk ingericht te zijn op wintersport. Duits/Zwitsers thema restaurants en barretjes voornamelijk. Hier heb ik dan ook maar in de brandende zon wat afgeprijsde nieuwe skihandschoenen gekocht. Het straatje had verder vooral veel dure kunst en in één van die zaakjes herkende iemand achter de balie ons Nederlands en begon dit ook met ons te spreken. Ze was hier al sinds 1997 maar na meer dan twintig jaar was ze nog best goed verstaanbaar.
Op de terugweg zagen we vanuit de auto nog de vormen van skipistes in de bergen met her en der nog wat sneeuwhopen van wat in de winter een schans moet zijn geweest. Het avondmaal bestond uit wat Amerikaanse creaties, namelijk bij Taco Bell in de vorm van een Naked Chicken Chalupa (een taco maar dan is de taco schelp een plak gefrituurde kip) en Doritos Nacho Cheese taco’s (jaja, een taco gemaakt van Doritos met de smaak Nacho Cheese). Het toetje was een zelf samengesteld McFlurry met hot fudge, oreo’s en slagroom, een combinatie waar we vreemd voor werden aangekeken…
De navigatie werd de volgende dag ingesteld op Las Vegas! Voor het grootste gedeelte van de trip was deze navigatie eigenlijk niet nodig, want toen we eenmaal op de interstate zaten was het na 430 mijl pas rechts voorsorteren. De temperatuur klom tijdens de reis flink omhoog naar een hoogtepunt van tweeënveertig graden. Hiermee verdween de sneeuw van de bergen, werd het gras geler en verdween deze uiteindelijk ook om plaats te maken voor rood gesteente en cactussen. We zaten midden in de woestijn.
We reden langs de Las Vegas Strip met alle befaamde hotels en casino’s. Waaronder de Trump Tower, die nu nog een iets andere betekenis heeft dan enkel een lelijk gebouw. Namelijk een lelijk gebouw met de achternaam van de president van de Verenigde Staten erop. Bij het hotel werden onze koffers naar de kamer gebracht en werd de auto met valet parking voor ons weggezet. En wat een hotel hadden we! De entree was groots opgezet met watervallen aan weerskanten, er was een gigantisch casino, een prachtig zwembad en allerlei verschillende restaurants (van Amerikaans, tot Italiaans, tot Japans, steakhouse, vul maar aan). Eigenlijk hoefde je dus nooit het hotel uit! De kamer was ook echt super met een groot raam van vloer tot aan plafond dat uitkeek op het zwembad én in de verte de strip. De badkamer had een bad en een douche en vanuit het bad keek je door een groot raam langs de bedden naar hetzelfde mooie uitzicht op de strip. Natuurlijk kon dit raam ook geblindeerd worden met behulp van een simpele druk op de knop. Na de lange reis hebben we all-you-can-eat sushi gegeten in het hotel en zijn we nog even gokkers gaan kijken voor het slapen gaan.
Eindelijk kon ik die volgende ochtend weer eens uitslapen (tot half negen) en na wat koffie en muffins was het weer tijd om te gaan shoppen in een grote outlet in de buurt. Deze was gelukkig binnen want de temperatuur zat niet onder de veertig graden en door de wind was dit zoals de föhn van de Bad Lands maar dan nog een tikkeltje erger. Na zo’n zes uur van winkel naar winkel te hebben gehold reden we nog over de strip heen om alle hotels in het daglicht te bekijken. Uiteindelijk bracht dit ons ook bij het oude Vegas, waar vooral vergane casino’s, bouwputten en trouwkapelletjes te vinden waren. We stopten nog even bij Gold & Silver Pawn Shop, bekend van het programma Pawn Stars. We hebben er niks gekocht, maar het was een bijzondere collectie om te aanschouwen.
Terug bij het hotel gingen we voor de Italiaan, welke nog van best goede kwaliteit was. Ik sloot de maaltijd af met een glaasje (zeg maar gerust vaasje) limocello voordat we naar de strip reden die nu gehuld was in duisternis. Natuurlijk is dat dé manier om de strip te ervaren. We liepen vanaf de parkeerplaats van het Tropicana hotel richting New York terwijl we het Luxor achter ons lieten. Zo ga je met een paar stappen van Cubaanse, naar Egyptische, naar Amerikaanse praktijken. Idioot is wel een goede benaming. Langs Hakkasan (wellicht DJ Tiësto zijn werkelijke thuis) gehuisd in het MGM casino gingen we door winkels van Prada en Gucci, langs het Hardrock café door de Coca Cola shop, naar de gigantische M&M winkel van vier etages, er was echt van alles. En tussen dat alles liepen dronken lui op en neer en zaten er duizenden mensen achter gokmachines ongelukkig uit hun ogen kijkend op knoppen te drukken. Ik vond het fantastisch. Bij Parijs draaiden we weer om richting de auto want na dik een uur wandelen hadden we toch aardig wat stappen gezet. We waren nog niet eens op de helft van de strip maar aangezien we ook pas na middernacht terug waren, was het allemaal prima zo.
Op dag achttien, ook wel bekend als dinsdag vijf juni gingen we weer vliegen. Wel ging deze vlucht pas om kwart voor twaalf lokale tijd. De graveyard dienst. We begonnen met de koffers opnieuw op orde te brengen na al dat touren met de auto. Vloeistoffen en scherpe dingen uit de handbagage en alles zo inpakken dat we onder het maximum gewicht bleven.
Weer ingepakt zagen we de strip nog één keer in het daglicht en reden we naar het echte oude Vegas, Freemont street, waar het ooit begon. De kolom der neon was boven ons te zien, net als de toeristen die via de ziplines naar de andere kant van de hal zoefden. Zo om één uur in de middag leken de mensen om ons heen vooral zo snel mogelijk dronken te willen worden. Of ze dat ging lukken? Daar gingen we niet op wachten, een keertje op en neer lopen en je hebt het wel gezien, het iconische cowboy bord en het befaamde Golden Nugget casino.
Wij gingen nog even (alweer) naar een outlet, deze keer die in het noorden i.p.v. het zuiden. Nog even terug bij het hotel gokkers kijken, zelf tien dollar verliezen bij één van de vele automaten (toch nog gegokt in Vegas), een stop bij de mac en we zaten op het vliegveld. Drie en half uur vliegen naar Detroit en maar een beetje kunnen slapen rond middernacht is geen pretje, vervolgens anderhalf uur op dat vliegveld zitten wachten op je volgende vlucht ook niet. Na nog twee en half uur vliegen en een beetje slaap waren we dan eindelijk in het tropisch aanvoelende Orlando. De klok ging weer drie uur vooruit en we hadden een nieuwe huurauto om op te halen. Ook hier hadden we een gratis upgrade en dat was maar goed ook, want anders hadden onze koffers never nooit gepast (behalve op schoot dan).
Met de nieuwe SUV (alsnog veel kleiner dan de Tank, we misten hem wel) gingen we even provisies inslaan bij de lokale Wallmart en door naar het huisje. Wederom hadden we het goed getroffen, in een bungalow park met twee zwembaden, een goede fitness, een eigen tuintje met jacuzzi, uitzicht op het meer, een mooi keukentje, twee badkamers, wat wilden we nog meer. Eerst even wat uitpakken en douchen waarna ik met Zoë de jacuzzi maar even ben gaan testen. Na een uurtje slaap was het eindelijk weer eens mogelijk om een zelfgemaakt maaltijd te nuttigen, een fijne variatie na alle fastfood.
Wat we verder allemaal in Orlando gingen doen lees je in de volgende, waarschijnlijk ook meteen de laatste. Disneeeeey!
-
13 Juni 2018 - 07:52
Marga:
Gigantisch zo’n reis wat een beleving, ook de temperatuur van 5 graden naar 40 poeh dat is veel. Kijk weer uit naar je volgende verslag, ik blijf er van genieten. (Jammer dat je niet de jackpot hebt gewonnen)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley