Update 7: Neushoorngestamp en een olifantenlach - Reisverslag uit Sauraha, Nepal van Jirry Pons - WaarBenJij.nu Update 7: Neushoorngestamp en een olifantenlach - Reisverslag uit Sauraha, Nepal van Jirry Pons - WaarBenJij.nu

Update 7: Neushoorngestamp en een olifantenlach

Door: Jirry

Blijf op de hoogte en volg Jirry

30 Juli 2018 | Nepal, Sauraha

Bovenop de houten toren konden we uitkijken over het hoge gras terwijl we onze lunchpakketjes open maakten. Het gras was zo hoog met dank aan alle regen (het begon ook net te regenen toen we hier gelukkig overdekt zaten) die tijdens de mousson viel, dus we moesten maar accepteren dat we vanaf hier lastig dieren konden spotten. Daarom was het weer tijd voor wat spannende jungle-verhalen van Bi, die nu al acht jaar ervaring had opgebouwd.

Hij wilde bijvoorbeeld eerst illustreren waarom rood in de jungle echt niet kan. Zo liep hij een keertje met een groep Franse toeristen waarvan een man een rugzak had met rode schouderbanden. Dit is maar minimaal rood (wij keken nog even met een angstig schuin oog naar de rode strepen van onze zwarte rugzak en maakten een grapje over de felroze poncho van Sandra) zou je zeggen, maar toen ze een baby neushoorn met moeder tegenkwamen werd het snel serieus. De baby had wat afstand van de moeder en zag de rugzak, keek er even naar en begon toen te roepen. De moeder snelde er natuurlijk naartoe en trok accuut een sprintje richting de toeristen. Bi en zijn medegids lieten iedereen dekking zoeken achter een boom waarna ze met hun stokken op de grond sloegen en luid riepen. Gelukkig droop de neushoorn uiteindelijk weer af en was het gevaar daarmee geweken.

Een andere grote bron van gevaar zijn de wilde olifanten die de dorpelingen teisteren. Er zijn er drie die elk jaar opnieuw meerdere mensen slachtoffer maken. De kleinste hebben ze Messi genoemd en de grootste, tevens topscoorder met zo'n tien doden per jaar, heet Ronaldo. Misschien is het toch maar beter als we geen olifant tegenkomen...

Wat we wel gespot hadden vanuit onze uitkijktoren was het leger. Vier mannen met vuurwapens op hun rug trokken te fiets door de jungle, op zoek naar stropers. Ze maakten voldoende lawaai om te zorgen dat de dieren uit hun buurt bleven, want als ze op een wilde olifant zouden stuiten, mochten ze met die geweren natuurlijk niets doen. Vandaar ook dat Messi en Ronaldo nog steeds een probleem vormen voor de lokale bevolking

Toen het opgeklaard was gingen we met volle magen het gammele trappetje (welke drie tredes miste en eentje zat er behoorlijk los) van de uitkijktoren af en doken we weer het hoge gras in. We waren in een behoorlijk andere omgeving dan vanochtend, met het drie meter hoge gras aan weerskanten en af en toe een plas water waar vanuit van alles op ons zou kunnen loeren.

Het miezerde nog een beetje dus we hadden onze poncho's toch maar getrokken, Sandra viel dus lekker op. Toch best fijn om die om je heen te hebben als er van alle kanten takken op je lijf komen tijdens het lopen. Het nadeel was dan weer dat er onder die poncho lekker doorgezweet wordt (dit was keer vier en vijf dat mijn kleding volledig doorzweet was). Plots klonk er weer geritsel en gesneuf vanuit het gras aan onze linkerkant. Het geluid van een neushoorn valt denk ik het best te vergelijken met het gesnuif van een paard. Het geluid van zijn voetstappen klinken echter als dat van een t-rex die op je af komt stampen.

De neushoorn was verder verlegen dus uiteindelijk begonnen onze gidsen veel lawaai te maken om te zorgen dat hij van ons weg liep. Zo konden we onze weg vervolgen tot we aankwamen bij een volgende uitkijktoren. De ingang van de toren was dichtgelegd met houten balken om te voorkomen dat beren de toren in konden komen. Op de tweede verdieping van de boomhut (waar ook slaapzakken en kussens lagen van het leger) gingen we weer zitten, uitkijkend over het graslandschap.

Helemaal in de verte konden we met de verrekijker twee neushoorns in het water zien spelen. Niet ver daar vandaan liepen twee olifanten met hun rijders bovenop te grazen en aan de andere kant van het graslandschap zagen we hetzelfde. Er was dus ook hier niet zo heel veel te zien en daarom begon Bi wederom met wat verhalen. Op onze neushoorns in de verte raakten we op een gegeven moment uitgekeken, dus we zetten het weer op een lopen.

Helaas regende het weer toen we na enkele meters lopen weer luid gesnuif hoorden. Het waren er dit keer zelfs twee en ze waren verdomd veel dichterbij dan de laatste neushoorn die we tegenkwamen. Bi en de andere gids liepen voorop en Sandra en ik sloten het rijtje af. De gidsen seinden met handgebaren naar ons dat Sandra snel haar felroze poncho uit moest doen, dus we stopten deze in de rugzak. Het gebries leek echt nog geen drie meter van ons vandaan te komen en de twee beesten liepen ook herhaaldelijk op en neer, wat het toch wel weer bijzonder spannend maakte. We liepen langzaam verder voor een beter zicht op de beesten en zelfs door het hoge gras konden we ze zien bewegen. We hoorden ze naar elkaar communiceren waar we precies waren en wat we deden, terwijl ze nog steeds op en neer bewogen. Uiteindelijk liepen ze van ons weg en verdwenen ze het gras in, we hadden het weer overleefd!

Uiteindelijk kwamen we bij het water waar we de neushoorns in het water hebben zien spelen. Hier stond weer een wat lagere uitkijktoren vanwaar we weer de verte in konden turen. Ik hoorde er al eentje in het hoge gras vlak voor ons, we worden er wel goed in zo. Daarna hebben we er nog wat zien lopen, op rechts twee samen in de buurt van de oever en drie stuks los van elkaar aan de linkerkant. Ze durfden (mogelijk door onze aanwezigheid) niet het water in te gaan, wat gezien hun grootte waarschijnlijk niets te maken had met de krokodillen die op de oevers lagen.

Het was ondertussen alweer half zes dus enigszins doorstappend gingen we naar de uitgang van het park. Onderweg kwamen we de sporen tegen van een tijger en een hert. De pootafdrukken van de tijger veranderden in afdrukken met klauwen welke steeds verder uit elkaar gingen. Hierna moet de tijger wat gevaarlijke sprongen hebben gemaakt richting zijn prooi wat ook duidelijk te zien was in de modder.

Wat laatste aapjes in de boom zwaaiden ons uit waarna we over een zandbank met kiezels richting de boot liepen. Hier zagen we nog allerlei sporen van olifanten en herten maar gelukkig lag er geen krokodil op de loer. Deze lag ons echter wel op te wachten toen we in het bootje zaten welke weer heerlijk van links naar rechts schommelde. We kwamen langzaam eng dichtbij de krokodil waarna hij er bij twee meter afstand genoeg van had. Hij dook het modderige water in en wij hielden maar wijs onze armen en benen binnenboord. Sandra hield zich op dit moment redelijk sterk, maar toen de boot iets daarna toch wat wiebelde, volgde er al gauw een gil.

Weer veilig aan de kant hadden we vooral veel behoefte aan een douche en schone kleding, dus gelukkig waren we weer lekker snel bij het hostel. Mijn heupflaconnetje whisky konden we mooi gebruiken om de tocht te vieren. Monkey Shoulder zat erin, heel toepasselijk. Het was een wel heel bijzonder ervaring geweest die we beiden voor geen goud hadden willen missen en gelukkig heb alleen ik er maar wat kleine kleerscheuren (bloedzuigerwondjes) aan overgehouden. Het avondeten was een keertje wat westelijker, ik een gegrild visje met wat aardappeltjes en Sandra een bbq spiesje met wat frietjes. Lekker zo, tussen alle curry's door.

Dag nummer twaalf van ons grote avontuur samen begon om half acht met een bezoek van Michael (van SU4E (Stand Up 4 Elephants) en zijn vrouw Floriane voor wat uitleg over het olifanten happy hour. Floriane werkte met olifanten in een dierentuin in Frankrijk en was op een gegeven moment benieuwd hoe olifanten in Azië behandeld werden. Ze is hier in Nepal zo geschrokken dat ze zeven jaar op en neer reisde om te proberen hier een verschil te maken. Michael heeft lang gewerkt in de olie- en gasindustrie en woont nu samen met Floriane sinds tien maanden in Nepal (zo goed als met pensioen) en mede omdat hij Floriane hier ontmoet heeft is hij nu gek op olifanten.

Dat laatste bleek wel uit hoe enthousiast en uitgebreid hij over olifanten vertelde toen hij zijn verhaal begon. Zo kwamen we te weten dat olifanten hun oren wapperen om af te koelen, binnen een uur kunnen ze al hun bloed door hun oren circuleren en koelt hun lichaamstemperatuur vijf graden af. Ze eten ongeveer 200 kilo per dag en olifanten die hier voor ritjes gebruikt worden krijgen alleen maar rijst gewikkeld in bladeren. Dit geeft ze net genoeg voeding om de dag door te komen en is natuurlijk vooral heel goedkoop. Hun rug is ook niet geschikt om bereden te worden en doordat ze hun natuurlijke activiteiten niet kunnen uitvoeren, groeien hun nagels pijnlijk in.

De mahout, de olifantenrijder, kan gezien worden als het baasje van de olifant. Naar hem luisteren ze en meestal slaapt de mahout maar enkele meters van de stal vandaan. Ze verdienen bijzonder weinig en vallen, omdat ze met poep werken, in de onderste laag van het kastensysteem. Vaak doen ze het slechte uit goed intenties, bijvoorbeeld het wassen van de olifanten. Met trots houden ze hun olifant schoon zoals wij een auto goed poetsen. Olifanten zijn echter liever vies, dit is veel beter voor ze.

Na alle informatie werden we opgehaald door een jeepje dat ook een gezin vervoerde, welke wel voor een olifantenritje gingen. Bij aankomst liepen Shanti (de olifant) en Raffi (de mahout) naar ons toe. Shanti was een vrouwelijk olifant die nu alweer 65 jaar op de teller had staan. Raffi zei tegen haar dat ze het op een lopen moest zetten en op haar gemakje hobbelde ze naar een klein beekje. Hier konden wij op een heuveltje gaan staan zodat we iets meer op haar niveau stonden.

Haar slurf kwam nieuwsgierig naar ons toe terwijl wij behoorlijk onder de indruk waren van hoe groot Shanti was. We kregen een aantal zakken met groente en fruit, komkommers, bananen, wortels, alles door elkaar, welke we Shanti konden voeren zodat ze ons een beetje kon vertrouwen. We legden het eten op haar slurf (dat maakte overigens geluid als een stofzuiger) van welke ze een kommetje maakte vanwaar ze alles in haar mond kon schuiven. Nu de band er was konden we haar rustig aaien en de mahout leek gedurende dit alles op zijn gemak te zijn.

Nu was het jungle-tijd maar Shanti stopte eerst nog even bij een boom om haarzelf goed te kunnen krabben. Die mogelijkheid heeft ze in haar stal helemaal niet en tijdens werktijd mag ze dit ook niet doen. Ook mag ze geen fruit van de bomen in de jungle pakken wanneer ze bereden wordt. Moet je je voorstellen, je nooit kunnen krabben (terwijl er in de jungle genoeg reden is voor jeuk) en elke dag langs het heerlijkste fruit en groentes lopen maar als je ernaar reikt met je slurf krijg je een klap. Gelukkig mochten we haar vandaag wat lekkers geven.

Vlak voordat ze het bos in liep deed Raffi haar ketting af, wat voor ons eigenlijk wel een heel mooi moment was. We volgden haar het bos in, waar ze een uur lang kon doen wat ze wilde. Dat was voornamelijk krabben, heel veel krabben. Toen ze tussen twee bomen in stond om van twee kanten tegelijk de jeuk tegen te gaan zagen we een glimlach op haar gezicht verschijnen. Althans, wij waren ervan overtuigd dat dit er eentje was. Haar mond en ogen gingen open en haar slurf de lucht in terwijl de twee bomen alle kanten op bewogen. Op een gegeven moment pakte ze nog een tak om eens goed onder haar oksels (ik weet niet of olifanten oksels hebben, maar je snapt me wel) te krabben.

Raffi bleef onder dit alles vrij rustig. Bij hem mag ze dit krabben nooit doen omdat ze natuurlijk hier en daar wat kleine wondjes krijgt en dit is voor de mahout hetzelfde als deukjes in zijn auto. Dit was de derde keer dat Raffi dit deed met Michael en Floraine en de eerste keer was hij een stuk ongemakkelijker. En dat is nu juist het mooie van wat SU4E hiermee doet, ze proberen de mahouts te laten zien dat ze de olifanten best eenvoudig een beter leven kunnen geven. Dit is ook de reden dat ze de mahout rijkelijk fooi geven, een stukje positieve bekrachtiging.

Shanti begon nu allemaal aarde over haarzelf heen te gooien. Ze wilde dus inderdaad graag lekker vies zijn, iets wat van Raffi niet mocht, maar vandaag gelukkig wel. Toen stelde Michael voor om haar naar de bamboe boom te brengen en het interessante was wel, dat Raffi nu ineens zijn best begon te doen om Shanti daar te krijgen. Hij gebruikte nog wel weinig en aardige commando's en porde af en toe een beetje met een stok, maar zodra de toeristen dan iets willen probeert hij het zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. Dat is een beetje hoe hij dan weer in elkaar zit en wat hij ook gewend is.

Maar in bamboe had Shanti geen zin en ze begon zich weer tegen aan een andere boom te krabben. Raffi gaf haar daarna nog wat commando's om met haar slurf wat medicinale plant te pakken waarna hij haar ook opdracht gaf om tegen de bamboe boom op te klimmen. Hij deed dit allemaal om te zorgen dat wij een goede foto konden maken, maar dat was voor ons natuurlijk niet echt het belangrijkste van de dag.

Toen we terugliepen was Shanti haar pas duidelijk een stuk trager, ze moest immers weer het bos uit waar ze net een lekker uurtje vrije tijd heeft gehad. Gelukkig stond Raffi het allemaal toe. Bij een grote boom mochten we haar nog wat komkommers voeren waarna Raffi aan Shanti haar oor trok. Ze ging met haar slurf naar beneden en hop, Raffi trok zichzelf soepel aan haar oren omhoog waarna ze terug gingen naar de stal.

Wij hebben nog even zitten kletsen met Michael en Floriane (we waren ze erg dankbaar voor de ervaring, maar zij waren ons wellicht nog dankbaarder) waarna we de rest van de dag een rustig-aan-dag hadden. De dag bestond uit een lunch van erg lekkere momo's, schrijven, souvenirtjes scoren, lezen, potjes Kwatro en weer bijzonder lekker avondeten. Sauraha, waar we verbleven, is puur gemaakt voor toeristen. Het was dus best een kunst om een echt lokaal eettentje te vinden, waar we ondertussen zo'n fan van waren. Toen we een slecht verlicht zijstraatje instoken was het gelukkig weer raak.

Als voorafje hadden we een pittige Nepalese notensalade (welke een beetje tegen viel, wat het eerste minpunt was voor eten in Nepal) en daarna had ik chapatti, het heerlijke ontbijt dat we in Lumbini hadden. Ik kreeg er geen bestek bij maar dat had de man wel zei hij. Maar nee, ik besloot de maaltijd echt op zijn Nepalees te eten, met alleen mijn rechterhand. Het tortillabrood kon ik snijden tussen mijn wijsvinger en duim zoals de man voordeed. Te bedenken dat we dit gerecht in Lumbini als een soort taco aten. Met de fooi was hij verrast en blij, toch beter dan de 10% fooi die bij de toeristenrestaurant er standaard bij zit.

Dit was dan de laatste dag Chitwan geweest en we waren erg tevreden over onze beslissing om hier langer te blijven voor Shanti. Het blijft toch de mooiste manier van reizen, zonder een plan naar een land toe gaan en dan maar lekker zien, met maximale flexibiliteit. Onze laatste dagen in Nepal gingen we doorbrengen in de stad waar we waren begonnen, Kathmandu. De laatste busreis kwam er de volgende dag aan.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jirry

Actief sinds 04 Jan. 2013
Verslag gelezen: 694
Totaal aantal bezoekers 180320

Voorgaande reizen:

13 Juli 2024 - 01 Augustus 2024

Raja Ampat 2024

11 Juli 2023 - 16 Augustus 2023

Huwelijksreis

01 Juli 2021 - 31 Mei 2023

Duikvakanties

23 Juli 2022 - 13 Augustus 2022

Cambodja 2022

01 Augustus 2021 - 20 Augustus 2021

Backpacken door Griekenland

15 Juli 2020 - 24 Juli 2020

Kasteeltjestour 2020

20 Juli 2019 - 14 Augustus 2019

Roadtrip door voormalig Joegoslavië

18 Juli 2018 - 04 Augustus 2018

Backpacken met m'n lief: Nepal

19 Mei 2018 - 14 Juni 2018

Amerika reis met paps en mams

12 Oktober 2016 - 24 December 2016

The Epic Jirry Journey

23 Juni 2014 - 25 September 2014

Stella reisjes

11 Juli 2014 - 20 Juli 2014

Leipe trips

03 Januari 2014 - 12 Januari 2014

Skivakanties

20 Augustus 2013 - 02 December 2013

Australië en meer

04 Januari 2013 - 26 Maart 2013

Stage in Florianopolis, Brazilië

Landen bezocht: