Malta 2022-1: boven en onder water
Door: Jirry
Blijf op de hoogte en volg Jirry
02 Mei 2022 | Malta, Gżira
Wie mijn reisverslag van Bonaire heeft gelezen, weet dat ik nooit van mijn leven meer een vlucht ga missen. Zo ook niet die van 30 april vanaf Eindhoven airport. Normaliter kom ik daar op z'n vroegst twee uur voor vertrek aan, het liefst anderhalf. Maar met al het gedoe van deze meivakantie op Schiphol en het verzoek om drie uur voor de vlucht te komen, verbraken we toch maar die traditie. Gelukkig wilden de oh zo lieve Marie-Jolie en Jeffrey ons op het vliegveld afzetten. Vroeg genoeg gingen de treinen namelijk niet eens. Vervolgens stonden we na het koffers inchecken twee en half uur voor onze vlucht bij de gate. Het viel dus allemaal wel mee in de praktijk. Maar kijkende naar de massa mensen en alle alarmbellen op Schiphol, voelde dit wel stukken beter.
Wat minder goed voelde, was het gebrek aan een creditcard toen we de huurauto op wilden halen. Ik was deze glad vergeten. Iets wat mij nooit overkomt, maar we hadden nu al een paar hectische weken achter de rug. Halsoverkop een huis kopen en verkopen vraagt wat van je. Maar, mooie kansen moet je grijpen. De avond voor onze vlucht was het naast inpakken, ook druk zijn met ons mooie appartement klaar te maken voor de bezichtigingen. Het moest glimmen en glanzen. Maar waar die creditcard nou was. Sandra haar moeder heeft nagenoeg heel het appartement op z'n kop gegooid met maar liefst drie keer zoeken. Nergens te bekennen. Maar met extra hulp van het thuisfront, bleek goddank een foto genoeg.
Dus, we hadden nu:
1) In Griekenland de bijna onmogelijkheid om een vlucht terug naar Nederland te vinden
2) Naar Bonaire onze vlucht gemist door de giga drukte op Schiphol en het personeelstekort van KLM
3) Twee lekke banden richting Les Orres
4) Gesloten ski's in Königsleiten
5) Creditcard stress voor een huurauto op Malta
Toegegeven, we gaan achterlijk veel op vakantie dus er is veel kans dat er iets mis loopt. Maar dit was toch echt de allerlaatste vakantiepech! Bij deze.
Die huurauto hadden we uiteindelijk wel gelukkig. Het links rijden was even wennen. Het uit de parkeergarage komen was onmogelijk. De gloednieuwe Peugeot 108 had namelijk nog maar een kleine 300 kilometer en nog geen sticker voor de parkeersensor. We mochten dus weer naar boven en achter een medewerker aan de garage uit. Rotondes met de klok mee nemen was ook even wennen, maar al gauw kwamen we veilig aan bij ons prima appartement. We deden even wat boodschapjes, met mondkapje helaas, om daarna langs de waterkant naar de ferry te wandelen.
We kwamen aan in Valletta, de hoofdstad van Malta. Op zoek naar avondeten liepen we door de mooie straten van de stad. Het werd Italiaans, daarmee heb je hier op Malta veel keuze. Bruschetta vooraf en handgemaakte pasta, panna cotta en tiramisu als toetje. Dat hadden we even nodig. Na het eten liepen we door de al stil wordende straatjes van de stad. In de auto vanaf het vliegveld waren we er al achter gekomen, dat we vanavond nog twee festivals mee konden pikken. Het Green Festival bestond uit een verzameling kleurrijke bloemen die in de vorm van schilden op het St. George plein lagen uitgestald. Het festival waarvoor we deze avond in Valletta waren, moest nog beginnen. De finale van het twee weken durende vuurwerk festival barstte namelijk om half negen los boven de Grand Harbour van Valletta. Met vuurwerk zijnde de tweede nationale sport van het land, beloofde dit wat.
We hadden een prima zitplekje te pakken zo tegen achten. Er begon vervolgens wat muziek en verlichting. Toen er na negenen nog steeds niets in een vuurregen aan het exploderen was, zetten we het op een lopen. We liepen langs de stadsmuren van de stad, welke uitkijken op de haven. Deze waren gevuld met mensen, maar niet voor lang vond de politie die controles liep. Op een erg eigenwijs oud vrouwtje na dan, zij bleef maar op de hoge muur zitten. Terwijl we hier liepen, kwamen de eerste knallen eindelijk. Drie kwartier later, maar dan heb je ook wat. De eerste salvo's waren mooi. Maar na een korte pauze werd het prachtig. Het leek alsof elke hoek van de haven verlicht werd door de kleurenregen. Met de plannen van de volgende ochtend in het achterhoofd zijn we wat eerder weggegaan. Alsnog belandden we in een grote mensenmassa de stad uit. Na een te dure taxi, ik had een keertje geen zin om kritisch te zijn, gingen we snel naar bed.
Natuurlijk werden we een uur voor de wekker van half acht al wakker. Dat gaf ons dan wel weer de tijd om rustig aan te doen. We reden richting de baai van St. Julian, naar Starfish Diving Center. We gingen op Malta lekker vier dagen duiken. Vandaar ook dat we twee volle koffers en een extra kleintje mee hadden voor al onze duikspullen. Tiit was onze duikinstructeur en we hadden een Italiaan mee die twee fun duiken ging doen. Het weer was wat matig helaas, de zon was kwijt en het druppelde een beetje. Gelukkig gingen we snel onder water.
We doken op het rif van Cirkewwa. Het deed best wat aan Griekenland denken qua flora en fauna. Veel kleine visjes, naaktslakjes en in het begin kwallen die er toch net wat anders uitzien dan in Zeeland. Ook de zeesterren waren compleet anders, met een verstopte slangenster en meerdere spiny starfish. Tegen het einde van de duik bracht Tiit ons naar een kleine grot. Hier stond een Maria beeld met een metalen kettinkje om. Met het licht van onze duiklampen werd ze pas goed zichtbaar. Na de duik voelde het koud aan, het water was namelijk nog maar zestien graden. Zelfs met twee wetsuits aan was dat na drie kwartier fris. Ons Italiaans metgezel had een wetsuit aan dat iets te groot was en geen fatsoenlijke schoenen. Terwijl hij letterlijk bibberde van de koud, haalden we maar een koffie voor hem.
Helaas klaarde het niet echt op, dus na wat jumping jacks en een fatsoenlijke pauze doken we weer het water in. Dit was de eerste duik van onze deep dive specialty. Hiermee mag je dieper dan 30 meter duiken, tot maar liefst 40. Dieper mag je als hobby-duiker niet komen. We zwommen een flink stuk richting een wrak op 32 meter diep. De P29 patrouille boot is in de jaren negentig van Oost-Duitsland overgekocht en daarna nog jaren gebruikt door Malta. Nu is ze afgezonken voor duikersvermaak.
Het heeft elke keer iets magisch wanneer de contouren van een wrak opduiken in het grote blauw. We naderden via de hoekige achterkant van het het schip en zwommen over de kajuit heen. Op de voorkant stond een machinegeweer dat ondertussen overgenomen was door de begroeiing van de zee. Via de stuurboord kant zwommen we met de contour van het schip mee tot aan de machinekamer, waar we zo in konden kijken. Hier deden Sandra en ik een navigatie oefening. Eigenlijk voelde dit een beetje zonde van de tijd dankzij onze navigatieskills in Nederlandse wateren, maar we waren tenslotte ook met een cursus bezig. Op de kajuit vonden we nog een mureen en een flinke schorpioenvis. Die laatste was een nieuwe ontmoeting.
Op de zijkant van het schip wist Tiit nog een kleine flabellina te spotten. Een sierlijk paars zeenaaktslakje. We moesten al gauw terug om de luchtvoorraad van de Italiaan niet te kritiek te laten worden. Op de terugweg spotte Tiit nog een sepia. De zeekat had volledig de kleur van het zand waar hij of zij op rustte aangenomen. Vaak genoeg waren we in de Oosterschelde al op zoektocht gegaan naar deze beesten. Ik was er per toeval eentje tegengekomen tijdens een duik zonder Sandra buiten het sepia seizoen. Toch mooi om je eerste op een Mediterraans eiland tegen te komen liefie.
Tiit had tijdens de duik een plastic flesje mee met een laagje water. Toen we bij het wrak aan waren gekomen was dit flesje volledig gecomprimeerd door de druk van het zeewater. Op 32 meter diepte opende Tiit het flesje om te zorgen dat flesje weer opgevuld werd. Weer boven water was het flesje flink bol opgezet. Hij draaide de dop eraf, die er vanaf schoot alsof het een fles champagne was. In het laagje water zag je belletjes ontstaan. Precies de belletjes die decompressieziekte veroorzaken. Als dat in je weefsel gebeurt, word je er inderdaad niet beter op. Al die regels en veiligheidsmaatregelen met duiken zijn dus niet voor niets.
Na de duik hadden we nog wel wat energie. Vlakbij ons appartement bleek een fort te zitten dat nog net drie kwartier open was. Dat leek wel erg weinig tijd toen we er eenmaal waren. Het was namelijk echt gigantisch. We keken vanaf het fort uit op de hoofdstad Valletta, heel gaaf. In de vele kleine halletjes konden we ook de bovenste verdiepingen van het fort verkennen. Op de binnenplaats was oud Tweede Wereldoorlog materieel opgesteld, met wat lui in bijpassende uniformen. Vanaf de top van het fort was er een mooi uitzicht over de omgeving. Al dwalende door het fort maakten we een plan voor de komende dagen.
Voldaan met een deegbroodje en pizzapunt ploften we neer op een bankje aan de waterkant. Ondertussen konden we wel weer een rustmoment gebruiken, dus we gingen terug naar het appartement. Een aflevering Videoland vanuit bed bracht ons heerlijk tot rust. In de avond zat ons uitgekozen restaurant helaas vol, dus het werd een vega burger en ravioli met uitzicht op de lokale kerk. De terugweg ging dwars door de kroegen van Sliema. We hadden net boodschappen gedaan, dus met een pak sap en een doos eieren door al het stap geweld heen schuifelen had wel iets.
De bouwmannen vlak naast ons appartement begonnen strak om zeven uur met lawaai maken. Een vroege wekker dus. Om half negen meldden we ons weer bij het duikcentrum. Die dag waren we de enige die met Tiit op pad gingen. In het zuiden van het eiland kwamen we aan bij de blauwe grotten. Vanaf hier vertrokken diverse met toeristen volgeladen bootjes om azuurblauw water te bekijken. Wij doken hierin en zetten koers naar het wrak Um El Faroud. De olietanker van maar liefst 115 meter lang lag in 1995 in de haven van Malta voor onderhoud. Een gasexplosie waarbij zeven werkers om het leven kwamen betekende ook het einde van het schip. Ware het niet dat drie jaar later besloten werd om het schip af te laten zinken.
115 meter is echt groot, ook onder water. We naderden de achterkant van het schip en doken onder de schroef door. Deze had wel een diameter van zeker twee meter. Onder dit gigant van een apparaat op 35 meter diepte landden we met onze knieën in het zand. Voor onze deep dive specialty moesten we een oefening uitvoeren. 1 tot en met 24 in volgorde op een papiertje omcirkelen. Wat een locatie om zo'n eenvoudig taakje te doen. Nadat Sandra en ik geslaagd waren, zwommen we door langs de zijkant van van het schip. We kwamen wat vijlvissen en een naaktslak tegen, waarna we eigenlijk alweer terug moesten keren.
We deden de opstijging in verschillende niveaus, elke minuut drie meter. Tijdens de veiligheidsstop op vijf meter diep, simuleerden we een decompressiestop zonder lucht. Dit hield in dat we elk vier minuten moesten ademen uit een extra luchtfles met ademautomaat. We deden alsof onze eigen flessen compleet leeg waren. Acht minuten stil blijven hangen duurt best lang. Maar als je door je decompressietijd heen zou zijn, is het je enige redmiddel tegen decompressieziekte. Tot zover een stukje theorie.
Tussen de duiken door was het erg zonnig en na wat rust doken we weer de zee in. We gingen opnieuw naar hetzelfde wrak, want er was nog zoveel te zien. Het afgezonken wrak was tijdens een zware storm doormidden gebroken. Precies onder dit stuk, zwommen we van bakboord naar stuurboord. Door een kleine deuropening zwommen we naar een grote open ruimte aan de voorkant van het schip. Vanaf hier weer naar het dek van het schip en vervolgens naar de achterkant, onder een stukje overkapping door. De bovenkant van het schip konden we nog even bewonderen, tot de luchtvoorraad weer te laag werd. Rustig aan zwommen we terug naar de kant. We waren nu officieel deep divers. Weer een specialiteit rijker!
Terug bij de duikschool bleken we de eerste voltooide cursus van het seizoen te zijn. Dat moest natuurlijk met een fotootje op Facebook. Direct daarna, sprongen we in ons autootje naar Valletta. We reden onder één van de bogen van de stad door en parkeerden in de buurt van de oude poort. Vanaf hier begon het slenteren door de stad. Ik kwam maar moeilijk vooruit. Een pastizzii (Maltees deeghapje) bracht me weer een beetje op gang. Door alle smalle straatjes met de iconische Maltese balkons, vonden we langs de oude fort muren een weg naar het water. Hier voelden we de zon pas echt lekker branden. Ik was weer ingekakt ondertussen, dus er ging een Oero ijskoek in. Bij het Bell Memorial, dat opgedragen was aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, hadden we prachtig uitzicht over de Grand Harbour. Daarna liepen we door de compacte lower gardens en via een stop in een kerk naar de upper gardens. Hier stonden tal van kanonnen gericht op het fort van Birgu, één van de drie oude steden aan de overkant van het water.
We doken nog twee kerken in (gotta catch em all), waarvan de laatste erg donker en versierd met bloedserieuze schilderijen was. De zonsondergang was al aan het inzetten toen we over het Kastilja plein richting de auto liepen. Dit gaf elke avond weer een prachtige gloed op de zacht gouden kalksteen gebouwen van de steden. Nadat we onze jassen uit de auto opgepikt hadden, was ik wederom rond energie niveau nul. Mijn alom aanwezige praatjes waren weer even verdwenen. Speciaal bier en pizza in één van de vele schattige, getrapte steegje bracht me weer tot leven. Ik had echt eten nodig, dat duiken had m'n reserves opgewerkt. Terug bij ons appartement besloot ik de lokale kebabzaak nog even aan te doen. Morgen stond er weer een druk programma voor de boeg, dus ik kon alle energie gebruiken.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley