Update 1: Aankomst en Trip-up Part 1
Door: Jirry
Blijf op de hoogte en volg Jirry
29 Augustus 2013 | Australië, Alice Springs
Aangekomen werden we meteen begroet door onze gast gezinnen. Een van onze sponsoren Cohda Wireless heeft zijn werknemers namelijk gevraagd om ons team onderkomen aan te bieden tijdens ons verblijf in Adelaide. In de auto bij mijn nieuwe gast papa voelde Australië nog niet echt aan zoals ik verwachtte. Natuurlijk verwacht je geen graadje of 10-15 met een lekkere lading regen, maar het is hier nu ook eenmaal winter. De huizen in de stad vielen wel wat op, allemaal vrij laag gebouwd maar wel groot, er is hier in Australië dan ook genoeg ruimte. Mijn gast gezin was wel prima volk te noemen, ze hadden al een bordje met wat worst en kaas voor ons klaar staan en het was leuk om met ze te praten tot onze ogen langzaam dicht vielen. Die dag overslaan voelt toch wat zwaar aan en we waren rond 21:30 lokale tijd pas bij ons gastgezin, oftewel, snel naar bed.
De volgende ochtend stonden er bacon met eieren op ons te wachten, goed opstaan dus. Aangekomen bij het gebouw van Cohda Wireless was het erg fijn om mijn teamgenoten weer te zien. Natuurlijk werd ik meteen overspoelt door de verhalen van de afgelopen dagen en begon ik toch te twijfelen of ik wellicht Lowlands had moeten overslaan voor die paar dagen eerder hier. De rest van mijn dag bestond uit wat inpakwerk en het te veel aan stoelen uit onze bus slopen en daarna deze naar de kelder sjouwen. Ook even mijn eerste Aussie dollars gepint (wat een speelgoed geld..) en een Aussie sim kaart gekocht. Die sim kaart gaf de beste man van het postkantoor weg aan het team en de korte gesprekken met hem waren erg leuk. Overall heb ik al een goed gevoel bij mensen uit Australië, tot nu toe niets anders dan super vriendelijk. Daarna weer terug gegaan naar mijn gastgezin om daar te eten en er achter te komen dat er werkelijk niets te zien valt op de Australische tv.
Mijn voorlopig laatste dag in Adelaide en dag 1 van de trip-up was eerst afscheid nemen van mijn gast gezin en de werknemers van Cohda Wireless (inclusief taart met daarop een foto van onze Stella en goed geluk wensen) om vervolgens onze 3000 kilometer lange reis naar Darwin in te zetten. Onze eerste stop was een camping plaats bij Port Augusta, waar we voor de eerste keer ons kamp op zouden zetten. Deze plaats was echter onmogelijk te bereiken voor onze bus en daarmee gingen we op zoek naar een mooi plekje wilde outback om ons kamp op te bouwen. Dit ging vrij vlot en na wat slap ouwehoeren en een goede maaltijd was het tijd voor de eerste overnachting in the middle of nowhere.
Op dag 2 was het eerste ochtend nieuws dat de truck die Stella aan het vervoeren was een hert aan had gereden (jaja, geen kangaroe, vonden wij ook vreemd, de meeste Austaliërs geloven ons zelfs niet). Onze teamgenoten in de truck en hun lading hadden gelukkig niets, in tegenstelling tot het hert welke letterlijk van de truck wegkaatste op het moment van de botsing en vervolgens morsdood langs de kant van de weg lag. Roadkill zijn we hier overigens al genoeg tegen gekomen, we houden een lijstje bij maar om het half uur komen we wel iets tegen, van kangaroe tot dingo.
Toen we ons kamp eenmaal hadden afgebouwd gingen we richting mount remarkable om deze te beklimmen met een hike van 5 uur. Daar wat wilde kangaroes gespot, waaronder eentje met een baby kangaroe in de buidel. Halverwege op de berg werden we gebeld door onze truckers dat ze echt al bijna bij ons waren! Dus wij snel die berg weer af naar beneden om onze ingepakte Stella en onze verloren teamgenoten te begroeten. Toen we de Stuart Highway opreden (de weg waar de World Solar Challenge voor het grootste gedeelte zal plaats vinden), begon de omgeving echt wat meer als Australie aan te voelen. Het rode zand begon te komen, de wolken verdwenen, de zon ging lekker schijnen en links en rechts van ons doemde in de verte prachtige gebergten op. Hierna hebben we langs de weg een plekje gevonden om al vrij vroeg op de dag ons kamp weer op te zetten.
Toen had ik met Koen nog een licht avontuurlijke beer-run. We hadden in Adelaide namelijk geen bier gekocht en dit leidde toch wel tot de nodige frustraties. (niet echt, maar we hadden echt zin in bier) Dus wij een uur voor het ging schemeren de auto in op zoek naar drank. De supermarkten hier verkopen geen alcohol, kwamen we achter. Je moet naar een soort drive-through winkel genaamd bottle-o's waar je uit je auto stapt, je selectie aan alcoholische dranken koopt en weer wegrijdt. Prachtig efficient systeem. Na vijf pakken van elk dertig blikken in geladen te hebben begonnen we aan de terugweg. Het begon al flink donker te worden en dit zorgde samen met de gedachte van het hert wat nog geen 24 uur geleden aan was gereden ervoor dat we toch flink in onze broek aan het schijten waren. Ook dat Koen de koplampen van de auto niet aankreeg toen er tot twee keer toe een politie auto langs ons reed was niet bepaald fijn. Wat het nóg spannender maakte was de roadtrain die ons begon te achtervolgen vlak voordat we onze afslag moesten nemen. Deze road trains zijn praktisch het enige wat je tegen komt op de Stuart Highway, gigantische trucks met een nog gigantischere lading. Maar ondanks dat kwamen we veilig aan bij ons kamp, inclusief 150 blikken gekoeld bier. Zoals je wel kunt begrijpen werden we als helden onthaald.
Onder het genot van de biertjes ontvouwde zich boven ons langzaam de mooiste sterrenhemel die ik ooit heb gezien. Je zag werkelijk overal sterren en zelf de melkweg was echt heel duidelijk te zien. Na al dit moois was het tijd om te bevriezen in mijn slaapzak, want het was die nacht echt godverdomme koud!
Zo op dag 3 begon je het gebrek aan douche hier en daar toch wel te ruiken. Ook over de ongeschoren baarden en de ruige kapsels viel het een en ander te zeggen. Maar de sfeer was gelukkig nog goed. De dag zelf was eigenlijk alleen rijden, rijden en rijden. De omgeving om ons heen was eigenlijk ook continue hetzelfde met af en toe prachtige uitzichten. Het enige spannende wat onderweg gebeurde was een communicatie probleem. De bus reageerde namelijk niet meer op onze oproepen via onze radio communicatie. Gelukkig leidde dit niet tot grote problemen want de route was duidelijk: Rechtdoor!
Nog over ons caravaan waarmee we door de outback reizen. In principe is deze gelijk aan de caravaan die we tijdens de challenge hebben. Vooraan hebben we onze bus, met plek voor 15 man, waarin ook onze baggage en kookspullen liggen. Achter de bus hangt een trailer waarin al onze kampeerspullen liggen. Achter deze bus rijdt het strategie voertuig, ook wel het Front Escort Vehicle genoemd, welke de snelheid van Stella en daarmee de caravaan zal bepalen. Hierachter rijdt Stella, momenteel vervangen door het media voertuig, welke tijdens de challenge vooruit zal rijden om moeilijke vette foto's en video beelden van Stella te schieten. Het Primary Escort Vehicle volgt Stella continu en let met name op de veiligheid. Ik zit momenteel in deze auto maar tijdens de challenge zal ik in Stella zitten of in de bus als ik mag rusten. Als laatste in de karavaan rijdt de truck die Stella kan vervoeren in geval van nood en ook onze reserve onderdelen en gereedschap vervoert.
Toen ons caravaan eenmaal aan was gekomen op de nieuwe camping plek was het kamp binnen 40 minuten opgezet, dit onder het fotografisch oog van enkele omstaanders. Het moet ook wat zijn een kamp voor 21 man dat opeens uit het niets op wordt gebouwd. Het was op deze locatie al een stuk warmer, een graad of 25, toch lastig geloven dat het echt winter is. Na een goede maaltijd en het hoog nodige potje yatzhee was het weer tijd de nu iets warmere nacht te overleven. Wel vlak na mijn eerste maansopgang, die als een grote (groter dan in NL) oranje vuurbal langzaam boven de horizon uitkwam.
Dag 4: Na de nodige slaap met dit keer een oog masker en oordopjes (dat sliep echt moeilijk veel beter) was het wederom inpakken en wegwezen. Op weg naar curtin springs waar we eindelijk zouden kunnen douchen. We zouden hier twee dagen staan en dan Ayers Rock bezoeken, toch wel de trekpleister van deze trip-up. We waren al vrij vroeg op locatie, het kamp stond nu binnen praktisch 30 minuten, we worden er goed in!
De vijfde dag van onze trip gingen we richting Ayers Rock, een giga rots in het midden van Australië. De naam Ayers Rock is het meest bekend bij ons, maar momenteel heet de steen Uluru, de orginele aboriginal naam. Met bijna heel het team zijn we het ding opgeklommen. Via een moeilijk steil begin kwam je bij een erg laag hangende ketting die je wat meer steun kon geven tijdens je klim. Ergens op een derde van de klim was het team aan het rusten en toen ik daar aankwam was ik echt al helemaal kapot. Ik heb daar nog een tijdje gezeten en genoten van het uitzicht. Maar de vermoeiheid en angst wonnen het toch van de wil om naar boven te klimmen. Daarom besloot ik maar om met een paar anderen te beginnen aan de terugtocht, die overigens een heel stuk enger was als de weg naar boven! Daarna hebben we nog wat rond de berg gelopen tot de rest weer beneden was om daarna weer terug naar het kamp te gaan.
Vlak voor onze aankomst reden er drie busjes met oranje shirts langs ons heen. Zou het echt? En ja hoor, het was Nuon Solar Team, het solar team van de TU van Delft die de afgelopen jaren al veel succes hebben gehad tijdens de WSC. Omdat wij als Solar Team Eindhoven in een andere klasse rijden met de WSC zijn we geen concurrenten maar juist erg goede vriendjes. Nuon was net onderweg naar Ayers Rock waar ze zouden verblijven in een hostel (tss, pussies) en ze waren ons kamp onderweg al tegen gekomen. Na gedag te hebben gezegd en een afspraak te hebben gemaakt voor onze eerste gezamelijke bbq reden ze weer verder. Bij ons kamp bleek dat Delft nog een paar verrassingen voor ons achter had gelaten. Zo stond er een boodschap op onze Stella container geschreven, hing er achter de ruitenwissers met papierstroken "Nuna 7" (de naam van hun auto) en bij ons zit gedeelte hing er een Nuon shirt aan de tent.
Na dit lachertje was het eten, zuipen, kaarten, elkaar kloten met raadsels, slap ouwehoeren en toen naar bed.
Dagje 6 gingen we weer op pad maar met net wat minder reis tijd voor de boeg dan de eerdere dagen. Wat wel het meest noemenswaardige was van de dag was mijn eerste douche sinds vijf volle dagen. Man oh man, wat was ik daar aan toe, schone onderbroek, schone sokken, alles, heerlijk. Eerst was er een korte stop op een lookout punt, waar je Mt Connor en een grote zoutvlakte goed kon bekijken. Daarna weer gassen en op naar Alice Springs. Eindelijk weer wat beschaving om ons heen! Alice Springs is een stad eigenlijk pal in het midden van Australië met ongeveer 10.000 inwoners. Voor ons is het het halfway point, vanaf hier is het namelijk nog 1500 kilometer naar Darwin en we hebben er ook al ongeveer 1500 kilometer op zitten. Het was dus tijd voor inkopen van eten voor de komende vijf dagen, waar ik vrolijk aan meegeholpen heb. Daarnaast ook nog wat Mountain Dew (frisdrank uit Amerika die niet heel makkelijk in Nederland te verkrijgen is en waar ik verslaafd aan ben) en Corona (met citroen) ingeslagen. Die Corona was eigenlijk nog best goedkoop, terwijl al het bier hier echt heel duur is. Je betaalt al gauw 50 aussie dollar voor 24 flesjes bier, terwijlde de Corona 57 dollar per 24 flesjes is, wat het ongeveer net zo duur maakt als in Nederland.
Na geholpen te hebben met koken en mijn voorraad Corona te verdelen over mijn teamgenoten was het tijd voor iets moois. Samen met Remi heb ik een stretcher gepakt en zijn we onder de sterrenhemel gaan liggen, slaapzak en al. Ik heb zelden zoveel vallende sterren op een avond gezien. Ik kan je nu ook zo de sterrenbeelden arend en schorpioen aanwijzen aan de Australische sterrenhemel. Toen we toch wel slaperig begonnen te worden overwogen we om gewoon te blijven liggen. Na de gevaren als dingo's, kangaroes en de wilde kat die we nog geen 100 meter van het kamp hadden gezien te hebben weerlegt zagen we het toch best wel zitten. Onze teamgenoten verklaarde ons voor gek en toen iemand opmerkte dat de giftige slangen en spinnen wellicht bij ons de warmte op ouden komen zoeken begonnen we hem toch weer een beetje te knijpen. Maar we hebben het toch gedaan, stoer als we zijn. En het was best vet, zo af en toe wakker worden van een voorbij razende road train en dan naar de sterrenhemel kunnen kijken. Dan natuurlijk ook even een snelle spinnen check als je toch wakker was en weer gaan slapen. Het enige nadeel was wel dat het echt moeilijk koud was. Remi lag de laatste paar uren zelfs in een dubbele slaapzak. Uiteindelijk werden we wakkker van de eerste zonnestraaltjes die over de Australische horizon heen kwamen. We hadden de avond overleefd en waren weer een mooi verhaal rijker.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley